Artikelen

gepubliceerd in de media

2017

20160120_160119_resizedb

Artistieke vrijheid

Kunstvandalisme waar nauwelijks ophef over ontstaat, het blijft een bizar fenomeen. In een tijd waarin de mening heilig is verklaard en er hevig geprotesteerd wordt tegen iedere inperking van de vrijheid om ze te uiten, blijft een directe aanval op artistieke vrijheid vaak nagenoeg onbesproken.

Kunstvandalisme lijkt vooral een gegeven. Het gebeurt nu eenmaal en is van alle tijden. Dit lijkt zelfs de algemene opvatting te zijn bij instanties die de veiligheid en rechten van iedere burger, en dus ook die van de kunstenaar, moeten waarborgen. Politie en justitie scharen het vernielen van kunst vaak onder ‘gewoon’ vandalisme en doen hier zelden serieus onderzoek naar. Maar een sfeer waarin kunstvandalisme kan plaatsvinden zonder dat de politie daar werk van maakt en de dader zodoende vrijuit gaat, getuigt natuurlijk niet van rechtvaardigheid.

Lees dit artikel over kunstvandalisme en strafrecht, waarin hiernaar wordt verwezen.

Om inzichtelijk te krijgen hoe en of de politie überhaupt handelt als er aangifte is gedaan van kunstvandalisme, onderzocht ik een incident dat zich eind 2015 voordeed. Op vrijdag 11 december werd in het Gorinchemse Beatrixziekenhuis het schilderij Het beloofde land van Izak Boom beklad, waarop Rivas Zorggroep, de organisatie waar het ziekenhuis onder valt, aangifte deed.

Daderindicatie en motief

Allereerst kon ik vaststellen dat de Politie Gorinchem ten aanzien van de bekladding in het Beatrixziekenhuis, terwijl zij dit bij lichtere vergrijpen wel doet, geen gebruik heeft gemaakt van sociale media. Op Twitter en Facebook maakt de Politie Gorinchem geen melding van het incident en roept zij ook niet de hulp in van burgers die eventueel iets gezien of gehoord kunnen hebben.

Via Twitter zocht ik contact met de Politie Gorinchem, dit om later, voor dit artikel, een publieke reactie te kunnen citeren als openbare bron. Uit dat contact kwam naar voren dat de politie in het geval van de bekladding geen daderindicatie heeft, oftewel geen flauw idee heeft wie deze figuur zou kunnen zijn. Aan Elroy Asmus, wijkagent van de Gildenwijk te Gorinchem (de wijk waar het Beatrixziekenhuis staat), vroeg ik:

“Ben je al wat verder in het onderzoek naar deze vandalen?”

Asmus:

“Is inderdaad niet fraai dat dit gebeurd is. Hopen dat er een daderindicatie is, waar we verder mee kunnen.”

                Bekijk de tweets.

Aan Boom vroeg ik wat hij van deze reactie van de wijkagent vond. Daarop stelde de kunstenaar wel degelijk een vermoeden te hebben in welke hoek de vandaal gezocht moet worden:

“Daar ben ik het zeer mee oneens. Zelf heb ik wel een daderprofiel. De aard van de bekladding en de specifieke plekken waar de bekladding heeft plaatsgevonden,  wijzen overduidelijk op een daad vanuit de christelijke orthodoxie. Zo heb ik mijn vader, Jan Boom, die kunstschilder was en onder andere kruisigingen schilderde, als zodanig afgebeeld in het schilderij. Dat juist dit tafereel in het schilderij is beklad, is voor mij een doorslaggevend argument dat de dader orthodox-christelijke motieven had. Ook de twee handen vol klachtbrieven gericht aan de directie wijzen in die richting.”

Hiermee doelt Boom op de felle reacties die zijn schilderij eerder al had opgeroepen.

Boom heeft meer informatie over het profiel van de dader, in het bijzonder het motief. Dit aan de hand van dogma’s die betrekking hebben op het afbeelden van Christus:

“Een evangelische gelovige; dus iemand uit de kringen van de Pinkstergemeente, de Vrij-Evangelische gemeenschap of die van de Baptisten zou dit niet doen, omdat daar het afbeelden van Christus aan het kruis is toegestaan.

In zwaardere christelijk-orthodoxe kringen, denk hierbij aan die van de streng gereformeerden, is zo’n afbeelding uit den boze. Mijn ‘best guess’ is dat het om een verward persoon uit deze kringen gaat. Voor mij lijdt dit zelfs geen enkele twijfel, hoewel ik niet weet wie het is.”

Ook in de berichtgeving over de bekladding en over de verontwaardiging die het  schilderij eerder al opriep komt het beeld naar voren van een persoon uit orthodox-christelijke hoek. De Politie Gorinchem kan dus wel degelijk beschikken over een daderindicatie, door bijvoorbeeld het nieuws te volgen.

Bekijk een item hierover in het programma Hart van Nederland (SBS6)
en lees dit artikel over een eventueel religieus motief.
Tijdstip en het wapen: chloorhexidine

Het middel dat gebruikt werd bij de bekladding van Het beloofde land heet kortweg chloorhexidine. Meer specifiek: het rapport dat de restaurateur van het schilderij opmaakte vermeldt de aanwezigheid van ‘0,5 % chloorhexidine in alcohol met de toevoeging van de kleurstof magenta’.

chloorhexidine

Fragment uit het restauratieonderzoek uitgevoerd door Art Salvage, Vlaardingen.

 

Boom zegt hierover:

“De vloeistof waarmee mijn schilderij is beklad heet chloorhexidine. Dat is een magenta-kleurig desinfecteermiddel dat veel gebruikt wordt in het ziekenhuis. Het schijnt gebeurd te zijn rond 21.30 uur, na het bezoekuur. Alles wijst erop dat de bekladding is gedaan door iemand die in het ziekenhuis werkt, een patiënt, of in ieder geval iemand die er goed de weg weet. Daarom vind ik ook dat het Beatrixziekenuis een krachtig intern signaal had moeten afgeven om de dader te traceren. Dit is helaas niet gebeurd.”

Ook deze informatie schetst een meer helder beeld van de dader, maar de politie Gorinchem lijkt hier niet van op de hoogte te zijn. Boom:

“Ik vraag me af of ze bij de politie inmiddels zelf wel weten dat het hier om chloorhexidine gaat. Aangezien ik niets heb gehoord van ze, ga ik ervan uit dat ze de zaak in het geheel niet ter hand hebben genomen.”

Het schilderij Het beloofde land is inmiddels gerestaureerd. Kosten: 865 euro. Toch blijft er volgens de restaurateur ‘een onopvallende paarse waas over’, wat inhoudt dat het schilderij blijvend beschadigd is.

De aangifte

Rivas Zorggroep, de overkoepelende organisatie van het Beatrixziekenhuis, deed aangifte van de bekladding van Het beloofde land. De Politie Gorinchem heeft sindsdien geen contact met Rivas Zorggroep opgenomen, vernam Boom van de organisatie.

Aan Boom werd ook kenbaar gemaakt dat er door Rivas Zorggroep geen onderzoek naar de dader zal worden ingesteld, omdat de kans dat diegene gevonden wordt te klein zou zijn. Dat is op zich niet een geheel onredelijke gedachte, afgaand op de hoeveelheid aanwezigen in het Beatrixziekenhuis tijdens het incident.

Maar Boom duidt dit toch anders. De aangifte was vooral nodig voor de verzekering, zo werd de kunstenaar telefonisch meegedeeld. In datzelfde telefoongesprek licht Rivas Zorggroep toe dat men intern geen sfeer van wantrouwen wil scheppen met het uitvoeren van een opsporingsbeleid. De onrust die daardoor ontstaat, zou groter zijn dan de kans dat de dader wordt gevonden.

Een interessante, maar enigszins kromme redenering. Dat een kunstvandaal die bewezen heeft de wet te durven overtreden vrijuit gaat en zo opnieuw kan toeslaan, moet toch ook voor onrust zorgen. Door geen opsporingsbeleid uit te voeren naar iemand die in het Beatrixziekenhuis een misdaad heeft gepleegd, creëert Rivas Zorggroep intern juist meer onrust, zou je denken. Vreemd is ook dat de maker en eigenaar van het beschadigde kunstwerk, Izak Boom, op geen enkele wijze bij de besluitvorming betrokken werd.

De kunstenaar

Samenvattend kunnen we vaststellen dat de Politie Gorinchem geen gebruik heeft gemaakt van sociale media om aandacht te vragen voor de bekladding in het Beatrixziekenhuis, of voor het inwinnen van informatie. Dat zij geen contact meer heeft opgenomen met Rivas Zorggroep, die aangifte van de bekladding deed. En dat de Politie Gorinchem tot op heden niet met de kunstenaar, wiens werk ook na restauratie blijvend beschadigd is, heeft gesproken.

Het doet vermoeden dat de zaak in het geheel niet onderzocht is, zelfs niet nadat het landelijk aandacht kreeg. Dit terwijl er informatie voorhanden is over het profiel en het motief van de kunstvandaal en over het wapen en het tijdstip, wat een stevig fundament vormt voor een serieus politie-onderzoek. Dat dit niet gebeurd is, is voor de kunstenaar in kwestie, Izak Boom, en voor iedere kunstenaar die overweegt aangifte te doen van kunstvandalisme een bittere pil om te slikken.

Zelf laat Boom het er nog niet bij zitten. Hij zou graag eens persoonlijk met de dader spreken en is er daarbij niet op uit diegene aan de schandpaal te nagelen. Boom:

“Het zou van moed getuigen als de dader, die een grens is overgegaan, mij fatsoenlijk en persoonlijk zou berichten. Mocht de dader dit doen, dan zal ik daar discreet mee omgaan.”

Het beloofde land, een schilderij dat eerder al eens korte tijd uit het Beatrixziekenhuis verwijderd werd en later beklad, omschrijft Boom zelf als een document, als de weerslag van de sfeer waarin hij is opgevoed. De kunstenaar zegt hierover:

“Daarom heeft dit schilderij voor mij een sterke persoonlijke betekenis. En dit is ook de reden dat ik de bekladding en eerder de verwijdering van het werk beschouw als de ingrijpende aantasting van een persoonlijke artistieke uiting.”