Een topjaar voor archeologie

1917 geldt als het jaar waarin de meeste uitgestorven mensenvolken werden herontdekt. Een topjaar voor antropologische archeologie, zo getuigt de vakliteratuur van die tijd.

Kopstukken waren drie archeologen die allen studeerden onder de vermaarde Britse archeoloog en hoogleraar George H. Lazenby, zelf ontdekker van het zogenaamde IJsvolk, ook wel Arctische volk genoemd. Gregory F. Tennant (1888-1952) ontdekte de Shopaw, Suzu Hikone (1884-1961) de Tes Phe en Helmut Ganz (1885-1959) vond bewijs voor het bestaan van de Calanculen.

 

Afb. Over George H. Lazenby in The Archaeological Journal, 1910

Nu vormde het herontdekken van een volk ook in 1917 al een unicum in de archeologische wetenschappen. En aangezien de ontdekkingen van deze drie studenten van Lazenby tegelijkertijd wereldnieuws werden, rees vanuit de wetenschap al snel enige argwaan.

Wetenschappelijke scepsis

Lazenby had zich naar de meest afgelegen gebieden van Antarctica begeven en jarenlang onderzoek verricht met summier en toch overtuigend wetenschappelijk resultaat. Maar Tennant, Hikone en Ganz zouden in korte tijd – zelfs in datzelfde jaar 1917 – alle drie een onbekend mensenvolk ontdekken met ditmaal een overdaad aan bewijs. Zo vonden de drie archeologen niet alleen gebruiksvoorwerpen, maar ook religieuze beeldjes, sieraden, munten en kledingresten.

Onder de nevel van de Eerste Wereldoorlog

De ontdekkingen van Tennant, Hikone en Ganz wekten dan wel wereldwijd interesse, maar in 1917 beheersten de ontwikkelingen rond de Eerste Wereldoorlog vanzelfsprekend het nieuws. Zo kon het gebeuren dat de kritiek van collegae al snel weer naar de achtergrond verdween. De reputatie van Lazenby bleef ongeschonden, evenals die van zijn drie studenten, Tennant, Hikone en Ganz. Zij zouden alle drie hun archeologische bevindingen nog jarenlang doceren aan Britse en buitenlandse universiteiten.

Afb. De plek waar Gregory Tennant zijn opgravingen deed 

Een hernieuwd onderzoek in 1984 naar bewijzen voor het bestaan van de Shopaw, Tes Phe en Calanculen werd aangestuurd door de Australische archeologe Linda Reese, die de vindplaatsen van Tennant, Hikone en Ganz bezocht. Daarbij bleek het voor Reese onmogelijk om aan te tonen dat er ooit een – inmiddels uitgestorven – volk had geleefd. Eveneens bleek het onmogelijk om het tegendeel te bewijzen.