Artikelen
gepubliceerd in de media
2017
(update 2022: later onderzoek uit 2019 zou uitwijzen dat Ruf zich niet schuldig had gemaakt aan belangenverstrengeling, de informatie gepubliceerd in NRC waar ik mij in dit artikel op baseerde bleek naderhand dus onbetrouwbaar)
Op 17 oktober vertrok Beatrix Ruf als directeur van het Stedelijk, nadat aan het licht kwam dat zij zich schuldig had gemaakt aan belangenverstrengeling en vriendjespolitiek. Oftewel aan ordinaire corruptie. Ruf verrijkte zichzelf door er een bureau op na te houden, waarmee zij adviseerde kunstwerken te kopen die meer waard werden door ze te exposeren in het Stedelijk. Met dat adviesbureau verdiende Ruf in korte tijd tonnen, terwijl zij deze nevenfunctie ook nog eens verzweeg voor het bestuur van het Stedelijk. Dat er nog geen aangifte is gedaan tegen Ruf is verwonderlijk, zou je denken.
Maar wat Ruf deed verschilt niet wezenlijk met de modus operandi van andere bestuurders van grote musea, fondsen en galerieën. Juist daarom kon Ruf rekenen op de onvoorwaardelijke steun van bijvoorbeeld collega Ann Demeester, die stelde dat de ex-directeur was ‘gefusilleerd’. En Domeniek Ruyters, hoofdredacteur van kunsttijdschrift Metropolis M, durfde de aftocht van Ruf zelfs nog lyrisch te duiden als een ‘koningsdrama’.
Als iemand een instituut als het Stedelijk zo in verlegenheid brengt en toch nog door deze invloedrijke figuren binnen de kunstwereld verdedigd wordt, moet dat wel betekenen dat er een cultuur heerst waarin vriendjespolitiek niet uitzonderlijk is, maar de norm.
Bedenkelijke kunstprijzen
Dit uit zich nog het meest in de gang van zaken rond kunstprijzen, aangezien daarbij alle partijen samenkomen. Politiek en met name media en kunstwereld trekken hierin samen op en tonen zo haarfijn aan hoezeer zij met elkaar verstrengeld zijn.
Zo schreef ik eerder al over de Volkskrant Beeldende Kunstprijs en de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek, prijzen die media en kunstwereld aan elkaar uitreiken om via een omweg zichzelf te feliciteren. En onlangs nog over de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst, waarbij sprake was van belangenverstrengeling tussen juryleden en genomineerden.
Dit laatste artikel heeft veel losgemaakt onder kunstenaars. Het leverde vooral op Facebook honderden likes, reacties en de nodige discussie op. Ik ontving zelfs mails van kunstenaars die aangaven het belangrijk te vinden dat hier eindelijk eens aandacht aan werd besteed. Het artikel plaatste ik in eerste instantie op mijn eigen website, maar werd later ook gepubliceerd op de website van het Rob Scholte Museum en in Pulp De Luxe Magazine.
Maar hieraan voorafgaand ondervond ik de grootste moeite om met dit artikel door te dringen tot de opiniepagina’s van invloedrijke media. Volgens NRC was het “niet verwonderlijk dat bepaalde kunstenaars meerdere prijzen krijgen”, volledig voorbijgaand aan de kern van de zaak: de connecties tussen juryleden en genomineerden. Het Vlaamse kunsttijdschrift RektoVerso weigerde het artikel hallucinant genoeg, omdat de bewijsvoering wel exhaustief (volledig) was, maar daarom nog geen overtuigende argumentatie zou vormen. De kunstredactie van Trouw reageerde in het geheel niet.
NRC en Ruf
Nemen deze media de kunstwereld in bescherming? Hetzelfde NRC dat mijn artikel weigerde bracht ook Ruf ten val. Het waren Daan van Lent en Arjen Ribbens die in deze krant haar wanpraktijken openbaarden. Dat zou betekenen dat NRC wel degelijk inziet hoe het er binnen de kunstwereld aan toegaat en daar heel kritisch naar kijkt.
Maar waar kijkt men dan precies naar? Zoals het een kwaliteitskrant betaamt gaat men bij NRC natuurlijk voor de keiharde cijfers. En gelukkig voor Van Lent en Ribbens stonden de tonnen van Ruf zwart op wit. Maar de cultuur van vriendjespolitiek die erachter schuilgaat, die de voedingsbodem vormt voor wangedrag van bestuurders binnen de kunstwereld, lijkt ze te ontgaan.
Benno Tempel en Birgit Donker
In het artikel over de Koninklijke Prijs kon ik aantonen dat het mechanisme dat erachter schuilgaat dezelfde is als waar Ruf zich van bediende. De voorzitter van de jury, Benno Tempel, tevens directeur van het Gemeentemuseum Den Haag, zag toe op de nominatie van onder meer Lilian Kreutzberger, waarvan het Gemeentemuseum werk in de collectie heeft. Alleen al met de nominatie van Kreutzberger en de media-aandacht daaromtrent stijgt het werk dat juryvoorzitter Tempel beheert in waarde. Het enige verschil met de werkwijze van Ruf is dat Tempel hier niet direct zelf geld aan verdiende.
Ditzelfde mechanisme zie je terug bij de Prix de Rome, een kunstprijs ter waarde van 40.000 euro die op 15 december zal worden uitgereikt door minister Ingrid van Engelshoven. Een kunstprijs waarvan de voorzitter van de jury, Birgit Donker, tevens directeur van het Mondriaan Fonds is.
En laat deze jury onder haar leiding nu uitsluitend kunstenaars die veelvuldig gesubsidieerd worden door het Mondriaan Fonds hebben uitgekozen. Melanie Bonajo, Saskia Noor van Imhoff, Rana Hamadeh en Katarina Zdjelar. Kunstenaars die door het fonds gepromoot worden als eigen protegé, bijvoorbeeld door directeur Donker zelf.
Anders gezegd zijn er dus geen kunstenaars geselecteerd voor de Prix de Rome die niet samenwerken met het Mondriaan Fonds.
Eigen ervaringen
Ik heb zelf zo mijn eigen ervaringen met Donker, die het een en ander vertellen over de directeur zelf, maar ook over de cultuur binnen de kunstwereld.
Een aantal maanden geleden uitte ik kritiek op Donker in de vorm van een aantal vragen. Dat deed ik op het sociale medium Twitter, oftewel in alle openheid. Daarop kreeg ik geen inhoudelijke reactie. Wel kreeg ik van Donker in een privébericht de vraag of ik was vergeten dat ik ooit bij de voorloper van het Mondriaan Fonds, het Fonds BKVB, subsidie heb aangevraagd.
Blijkbaar vindt Donker het belangrijker de archieven in te duiken en een document uit 2006 tevoorschijn te halen, dan in te gaan op actuele kritiek. Terwijl dit haar juist een mooie kans bood om te laten zien dat een instituut als het Mondriaan Fonds zich niet hoeft te verlagen tot pogingen criticasters onder druk te zetten.
Het is een oude truc die Donker toepast. Door de kritiek te psychologiseren, door te suggereren dat de afwijzing van mijn subsidieaanvraag van inmiddels elf jaar geleden iets met mijn huidige kritiek te maken zou hebben, kun je het gemakkelijk van tafel vegen.
En meer is het ook niet: een oude, goedkope truc. Zo typerend voor Benno, Birgit, Beatrix en hun vrienden.
En nu wij, kunstenaars
Wat staat ons nu te doen, beste collega’s? Als wij willen dat er op dit vlak iets verandert, moeten we harder en vaker ageren tegen deze gang van zaken binnen de kunstwereld. Ik vind het bijzonder en bemoedigend om mails te krijgen waarin jullie het roerend met me eens zijn. Maar schroom niet om zelf te vertellen over je eigen ervaringen. Op sociale media, je website, of stuur een opinie op naar media (behalve NRC).
Oftewel, laat van je horen!