Nizar Mourabit

Marokkaans-Nederlands politicoloog & columnist

1982 – 2014

Als beeldend kunstenaar breng ik niet bestaande figuren tot leven. 2014 was voor mij het jaar waarin ik een virtuele Marokkaanse Nederlander mocht zijn. Als Nizar Mourabit kon ik enerzijds ervaren hoe je, in weerwil van alles dat je beweert, de vooroordelen bij velen niet weg kan nemen. Zo schreef ik bijvoorbeeld nergens dat Mourabit moslim was en toch werd dit alter ego daar keer op keer op veroordeeld. Anderzijds kreeg Mourabit waar hij maar aanklopte een podium. Op websites als JOOP, FrontaalNaakt, Republiek Allochtonië en Sargasso en in de kranten Trouw, Het Parool en de Volkskrant.

Al snel werd mijn alter ego een gewilde stem uit de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Het Parool benaderde Mourabit na het publiceren van de column opnieuw om een reactie te geven op de stelling dat Nederlandse moslims afstand zouden moeten nemen van IS, al werd het niet geplaatst. De radioprogramma’s De Nieuws B.V. (BNN/VARA), De stelling van Amsterdam (At5) en Dichtbij Nederland (MoslimOmroep) vroegen Mourabit te gast om te reageren op uiteenlopende onderwerpen. Het tv-programma Arena (EO) nodigde Mourabit uit voor een debat over een juridisch proces tegen Geert Wilders.

Een reactie op de Facebookpagina Wij steunen ambtenaar Yasmina Haifi haalde De Telegraaf, de website van het Amerikaanse Gatestone Institute en GeenStijl. GeenStijl maakte ook een uitgebreide close-read van de column in de Volkskrant, die tevens vertaald werd in het Engels voor de website DutchNews.nl. En op de valreep, toen mijn verhaal al bij De Correspondent bekend was, maar nog niet gepubliceerd, kwam Stephan Sanders alsnog met een column in NRC Handelsblad over de inhoudelijke standpunten van Mourabit. Bizar, hoe een personage dat je schept groter wordt dan jijzelf.

Toen ik naar De Correspondent stapte met mijn verhaal wist ik dat een oud media-mechanisme in dit geval niet zou werken. Doorgaans duiken media bovenop een medium dat fouten heeft gemaakt, zoals te merken is bij de aanvallen op Trouw na het ontslag van Perdiep Ramesar. Maar aangezien vrijwel alle grote media betrokken waren bij Nizar Mourabit zouden die zich samen tegen mij richten en vooral proberen zichzelf, de journalistiek in het algemeen, vrij te pleiten.

Als reactie op mijn bekendmaking in het artikel van Karel Smouter op De Correspondent verschenen tientallen artikelen en columns. De ombudsman van NRC Handelsblad, de ombudsvrouw van de Volkskrant, columnisten en journalisten van alle grote kranten en lezers droegen bij aan een discussie over dit kunstproject. Ook op sociale media ontstond debat. Sommigen beweerden dat ik achter de tralies zou horen, anderen vonden dat ik media en publiek terecht een spiegel heb voorgehouden en alles daar tussen. Prachtig, zo hoort het ook. Als mij alleen maar lof toebedeeld was had ik als maatschappijkritisch kunstenaar toch iets verkeerd gedaan. Jammer is wel dat het, ook al sloeg ik uitnodigingen van De Wereld Draait Door (VARA), Nieuwsuur (NPO) en Pauw (VARA) af, toch veel over mij is gegaan en veel minder over de inhoud.

Met Nizar Mourabit is de stelling van Geert Wilders dat ‘niemand in Nederland meer Marokkanen zou willen’ onderuit gehaald. De media hebben in het geval van deze verzonnen Marokkaans-Nederlandse politicoloog een helder antwoord gegeven op de vraag van de PVV-voorman van 19 maart 2014: niet minder, maar meer Marokkanen. De vogelvlucht van Nizars’ succes kan een voorbeeld zijn voor Marokkaanse Nederlanders die denken dat hun stem in Nederland niet telt.

Afscheid nemen van iemand die je zelf verzon is lastig, helaas hoort het er bij. Bij aanvang van een kunstproject weet ik dat er een moment komt dat het alter ego zal ophouden te bestaan. Ik breng figuren tot leven en dood ze als het moment daar is. Het laatste doe ik door mijzelf kenbaar te maken als de persoon achter mijn creatie, dit levert het onomstotelijke bewijs op dat niemand heeft onderzocht wie mijn alter ego was.

Na het verschijnen van het artikel op De Correspondent kwamen er onder meer kritische reacties van Marokkaanse Nederlanders voor wie Mourabit iets betekende. “Dat wat begon als een belofte bleek een keiharde leugen”, aldus een van hen. En toch moet het qua inhoudelijke standpunten van Mourabit niet belangrijk zijn of hij nu een Marokkaanse Nederlander was of een blanke beeldend kunstenaar uit Zwolle. Daar zou Mourabit zelf zich tegen hebben verzet, afgaand op de laatste zin die hij ooit schreef. Uit de Volkskrant: “Laat ons eindelijk Nederlander onder de Nederlanders zijn.”